Adobe® Indesign® CC
Om de kleurinstellingen van InDesign aan te passen ga je naar het menu "Bewerken" en kies je de optie: "Kleurinstellingen".
Je kan dit ook doen vanuit Adobe Bridge, dan synchroniseer je de kleurinstellingen van alle Adobe Programma's.
Voor drukwerkvoorbereiding en ook voor het zelf afdrukken gebruik je best de instelling "Europa, prepress 3", of minstens gelijkaardige instellingen, zodat er niet per ongeluk kleuraanpassingen optreden bij het importeren van beelden.
Werk je enkel voor webopmaak, dan kan je ook de instelling "Europa, web, internet 2" of "Europa, Algemeen gebruik" nemen.
Ga naar het menu "InDesign CC" kies de optie "Voorkeuren" en dan de optie "Vormgeving van zwart..." (op Mac)
Of ga naar het menu "Bewerken" kies de optie "Voorkeuren" en dan de optie "Vormgeving van zwart..." (Windows)
Om een zo betrouwbaar mogelijke weergave van het eindresultaat te krijgen, kan je best de vormgeving van zwart op "accuraat" zetten, zowel voor de schermweergave als voor het afdrukken en exporteren.
Op die manier zie je beter wanneer je eventueel "rijk" zwart moet gebruiken.
Bij normaal drukwerk zal alle zwart dat alleen met zwarte inkt gedrukt wordt, grijzig uitzien.
Om betrouwbaar en voorspelbaar drukwerk te kunnen opmaken moet je twee dingen zeker doen:
1. Je beeldscherm op de juiste manier kalibreren.
2. De "softproofing" gebruiken.
Ga naar het menu "Weergave" en kies de optie: " Instellen Proef" en daarna de optie "Aangepast..."
Als je zelf je opmaak afdrukt, dan kan je zien hoe je opmaak op je printer zal uitzien, op voorwaarde dat je beschikt over een eigen kleurprofiel voor de printer en het papier waarop je afdrukt.
Selecteer dat profiel in het afrolmenu naast "Te simuleren apparaat".
LET OP! Standaard staat het vinkje aan naast "RGB-nummers behouden, als je een RGB printerprofiel gebruikt. ZET DIT UIT! Anders zijn je kleuren verknoeid!
Als je op gekleurd papier afdrukt, kan je ook de optie "Papierkleur simuleren" aanvinken.
In dat geval gaat steeds de optie "zwarte inkt simuleren mee aangevinkt worden.
Om een betere voorvertoning van het effect van zwarte inkt te krijgen, vink je de optie "Zwarte inkt simuleren aan". Je kan deze optie apart aanvinken.
Laat je de opmaak (af)drukken, dan kan je zien hoe je opmaak op de printer of drukpers zal uitzien, op voorwaarde dat je beschikt over een kleurprofiel voor de printer of de drukpers en het papier waarop je opmaak (af)gedrukt wordt.
Selecteer dat profiel in het afrolmenu naast "Te simuleren apparaat".
Beschik je niet over een drukpersprofiel, of wordt de opmaak met digitale druk afgedrukt, dan kan je het profiel "Coated Fogra 39...) als algemeen simulatieprofiel gebruiken.
Bij twijfel, overleg je best met de drukker.
LET OP! Standaard staat het vinkje aan naast "RGB-nummers behouden, als je een RGB printerprofiel gebruikt. ZET DIT UIT! Anders zijn je kleuren verknoeid! Bij CMYK-profielen mag die optie aan blijven.
Als je op gekleurd papier afdrukt, kan je ook de optie "Papierkleur simuleren" aanvinken.
In dat geval gaat steeds de optie "zwarte inkt simuleren mee aangevinkt worden.
Om een betere voorvertoning van het effect van zwarte inkt te krijgen, vink je de optie "Zwarte inkt simuleren aan". Je kan deze optie apart aanvinken.
Als je de opmaak wenst af te drukken, of je wenst een drukproef te maken, dan ga je naar het menu: "Bestand" en kies je de optie: "Afdrukken".
Selecteer in het afdrukvenster bovenaan de printer waarop je de afdruk zal maken.
Klik op de knop "Printer" onderaan in het afdrukvenster.
Je krijgt waarschijnlijk een waarschuwingsvenster, klik op "OK".
Door op de knop "Printer" te klikken ga je naar de printerinstellingen.
Het is belangrijk dat je deze instellingen controleert voor je verder gaat.
Op Mac ga je eerst naar het onderdeel "Kleurevenaring". Dit is de kleurinstelling van het OS.
Kijk of de optie "Printermerk Kleurcontrole" aangezet is.
In geen geval mag de optie "ColorSync" aan staan.
Onder Windows is deze optie niet beschikbaar.
Klik dan terug op het afrolmenu en ga naar de optie "Printerinstellingen".
Selecteer de juiste papiersoort (waarvoor je een kleurprofiel hebt), kies dezelfde afdrukkwaliteit als die waarvoor het kleurprofiel opgemaakt werd.
Schakel het kleurbeheer in de printer uit.
Bij Epson printers zal dit meestal te vinden zijn naast "Kleurinstellingen".
Bij Canon printers zal dit, afhankelijk van de printer en het besturingssysteem, niet instelbaar zijn ofwel bij "Overeenkomst" in de manuele kleurinstellingen te vinden zijn.
Als alle instellingen in orde zijn, kan je deze best opslaan (op Mac bovenaan in het venster, naast "Instellingen"), zodat je ze bij de volgende afdruk meteen weer kan oproepen.
Klik dan op de knop "Druk af", het afdrukken zal nog niet beginnen, je gaat gewoon terug naar het afdrukvenster van InDesign.
Nu kan je in het afdrukvenster de overig opties instellen.
Bijvoorbeeld: welke pagina's je wil afdrukken.
Selecteer het papierformaat van het papier waarop je gaat afdrukken.
Kies of je drukkerstekens en afloop wil meesturen (in dat geval moet het papier waarop je afdrukt groter zijn dan het formaat van de opmaak).
Bij het onderdeel "Uitvoer" is het belangrijk dat je de optie "Overdrukken simuleren" aanvinkt, om ervoor te zorgen dat transparante gebieden en objecten op de juiste manier afgedrukt worden.
Sommige oudere laserprinters en digitale druksystemen kunnen dan nog fouten afdrukken, in dat geval kan je best je opmaak exporteren naar jpeg met een resolutie van 400 of 600 ppi (om de teksten scherp te houden).
Die jpeg kan dan probleemloos naar de printer gestuurd worden.
Bij het onderdeel "Grafisch" kan je kiezen of je alle afbeeldingsgegevens naar de printer stuurt (trager) of niet (sneller).
Bij het onderdeel "Kleurbeheer" heb je twee mogelijkheden:
1. De afdruk op jouw printer is het eindproduct.
Kies dan de optie "Document"
Kies naast "Kleurprofiel" het profiel van de printer en het papier waarop je gaat afdrukken.
Let er op dat het vinkje naast "RGB-nummers behouden" UIT staat! Indien je een RGB-printerprofiel hebt.
2. Je wil een drukproef make, die eventueel kan gebruikt worden als referentie voor de drukker.
Kies de optie "Proefdruk"; controleer of het profiel naast de optie het juiste profiel is.
Kies naast "Kleurprofiel" het profiel van de printer en het papier waarop je gaat afdrukken.
Let er op dat het vinkje naast "RGB-nummers behouden" UIT staat! Indien je een RGB-printerprofiel hebt.
De optie "Papierkleur simuleren" zorgt ervoor dat de drukproef zo goed mogelijk het uiteindelijke gedrukte resultaat benadert, dit is vooral belangrijk bij krantenpapier of gekleurd papier.
Je moet dan wel beschikken over het juiste kleurprofiel en dit instellen bij de softproofing.
Bij het onderdeel "Geavanceerd" kan je de optie "Afdrukken als bitmap" uitvinken, als je printer alle trasparantie en effecten probleemloos kan printen.
Zijn er echter problemen met het afdrukken van transparantie en effecten, dan kunnen deze soms opgelost zijn door het vinkje aan te zetten.
Zet de resolutie hoog genoeg om scherpe teksten te krijgen.
Als alle instellingen gecontroleerd zijn, kan je die best opslaan als een voorinstelling.
Op die manier kan je de volgende keer sneller afdrukken, door bovenaan in het afdrukvenster de gewenste voorinstelling te selecteren.
Is alles in orde?
Dan kan je klikken op de knop "Afdrukken".
Indien de afdruk niet overeenkomt met de weergave op het beeldscherm, dan moet je de volgende zaken controleren:
- heb je het juiste printerprofiel gebruikt?
- staat het kleurbeheer in de printer uit?
26 - 26
<
>